De Stekjesruiltafel is opgeruimd, het seizoen van 2017 zit er weer op. Ik kijk tevreden terug, want dit jaar was de Stekjesruiltafel een groot succes. Je kunt echt merken dat Nobelhorst groter is geworden. Het aanbod aan stekjes komt nu niet meer alleen van mij en een enkele buurman, maar er zijn nog veel meer (moes)tuingekkies komen wonen. Ze zaaien zelf hun groenteplantjes, stekken zelf hun aardbeienplantjes en delen alles op de Stekjesruiltafel. Er was een veel groter aanbod met een veel grotere diversiteit. De bijgaande foto’s zeggen genoeg, toch? De tafel was bijna te klein. Dankjewel lieve tuingekkies en plantenvrienden. Samen maakten we de Stekjesruiltafel precies waarvoor hij bedoeld is: vergroten van de diversiteit van planten in de wijk.
We zijn nu 4 jaar verder en de tafel heeft haar eigen plekje verworven. Op naar het voorjaar van 2018!
Koud!
Het hele huis staat staat vol jonge plantjes die eigenlijk met hun wortels in de grond zouden moet in plaats van in hun te kleine potjes. Maar de temperatuur laat het nog niet toe. Sip kijken de plantjes en ik naar buiten, terwijl de regen tegen de ramen striemt.
Dus de vensterbanken staan afgeladen met zowel sier- als moestuinplanten. De belofte van al die prachtige kleuren, vormen, geuren en smaken geven mij het gevoel dat de zomer toch echt in het vooruitzicht is.
Er zijn gelukkig buiten al heel veel prachtige bloemen te zien. De bloesem van allerlei bomen en struiken staan nu in vol ornaat te lokken. Ook de appelbomen in de moestuin staan vol in bloei. Die zachte tinten roze en wit, ze geven het gevoel van verliefdheid!
Geniet met mij mee.
Dan is de kou nog best even vol te houden.
De Stekjesruiltafel staat weer buiten!
De temperatuur is wat hoger, dus het is weer tijd om de Stekjesruiltafel buiten te zetten.
En we beginnen met goed gewortelde aardbeienstekjes. Ze kunnen zowel in de volle grond als in een pot staan. Er is niets zo lekker als een vers aardbeitje snoepen uit je eigen tuin.
Kom langs op de Marie Curielaan 77 en neem een plantje mee. En heb je zelf leuke stekken of mooie zaailingen over? Zet ze op de Stekjesruiltafel!
Vogelvriendelijke dilemma’s opgelost.
Er staat een lekkere stevige vlinderstruik in de tuin, die de hele winter beschutting geeft aan de vogels. Tot aan maart kwetteren er mussen, koolmezen en vinkjes en eten ze daar de zaadjes, die ze uit de voedersilo plukken. Dan onderzoeken de vogels of de vogelhuisjes interessant zijn. En ja hoor, vorig jaar nestelden de mussen. Ze hebben er een fijne plek om vanuit de vlinderstruik zo naar het huisje te vliegen. Maar dan moet de vlinderstruik gesnoeid worden. Waardoor hun aanvliegroute opeens niet meer optimaal is. De bescherming is weg. Het voelde een beetje als verraad: kies je een mooie woonomgeving uit, trekt de eigenaar de hele omgeving ondersteboven…
Dus óf de vlinderstruik moet maar gewoon doorgroeien, maar dan stopt de struik met bloemen geven, die de vlinders nodig hebben. Of we moeten iets anders plaatsen.
Aan de zijkant naast de schutting staat een appelboompje. Te dicht tegen het hek en met weinig mogelijkheden om fijn in de zon te groeien.
Als we die nu eens naast de vlinderstruik plaatsen?
De vorst is uit de grond, dus we wagen het er op: boompje uitgeschept en in een nieuw plantgat gezet. Hopelijk redt hij het met een beetje zorg en genoeg water om komend seizoen goed aan te slaan. Dan hebben de vogels een nieuwe plek als aanvliegroute.
Heerlijke herfstige zondag.
Dagenlange regenbuien met egaalgrijze luchten waardoor het lijkt dat het nooit meer licht wordt, nee, daar hou ik niet van. Maar die herfstdagen waarbij zon, wolken en regen elkaar afwisselen, zijn heerlijk. Dat je naar buiten kijkt om te zien of die regenwolk al voorbij trekt om dan klaar te staan om naar buiten te gaan.
De grond is weer lekker zacht door de regen, perfect weer voor tuinklusjes, zonder dat je vingers zeer doen van de kou. Even een half uurtje wat rommelen in de tuin. Wat opruimen, wat potten leegmaken, een plant verplaatsen en dan met een kop koffie op het bankje in de tuin even genieten van het gedane werk. Er is nog veel meer werk, maar dat komt allemaal wel. En zo niet, ook prima, de natuur heeft mij helemaal niet nodig om voor zichzelf te zorgen. Dan staat die ene struik nog een jaartje langer op een voor ons iets minder handige plek.
Om dan de druppels van de volgende bui te voelen en snel weer naar binnen te gaan. Met een tevreden gevoel van nuttig bezig zijn een boek pakken en lezen tot de volgende opklaring. Ja, daar is het blauw tussen de wolken. Dus hup, laarzen aan, opnieuw naar buiten en dan fijn een rondje door het bos lopen. De geur van rottend blad, aarde en hars stijgen op als je in het waterige zonnetje door het bos loopt te soppen. En dan net niet op tijd thuis komen. Nog net die nieuwe bui in je nek. Maar dat is niet erg. Want het is zondag, het is herfst, nooit zijn de kleuren van de natuur zo mooi als nu.
Fijne dag!
Winterklaar.
Langzaamaan komt het werk in de tuin tot rust. Er staat nog wel wat groente, maar we hebben expres dit eerste jaar niet teveel koolsoorten en andere hongerlappen in de tuin gezet. Ik weet niet wat de vorige huurder met de grond heeft gedaan en ik heb het gevoel dat de grond wat rust en herstel kan gebruiken.
De grond, die afgedekt is met karton en stro blijkt onder deze laag verbazingwekkend rul te zijn. Waar ik op andere stukken onbedekte grond met moeite een gat kan maken vanwege de droogte, is de bedekte grond zacht en toegankelijk. Ik ben heel benieuwd hoe de grond eruit ziet als het voorjaar aanbreekt.
Op andere stukken heb ik grondverbeteraars ingezaaid. Heel spannend, want die planten maken vooral erg graag nieuw zaad, dus hier hebben we nog wel een paar jaar “plezier ” van. Maar er staat inderdaad geen verder ongewenst groen op hetzelfde stuk. Dus voor dat doel werkte het goed. Nu nog wachten op een paar graden vorst zodat de planten pruttig worden en door de grond gewerkt kunnen worden. En vriest het niet? Dan is het goede composthoopvuller, ondanks de zaden.
En daarnaast heb ik een stuk grond kaal gemaakt, puur om te zien wat het verschil is met de rest van de grond volgend voorjaar.
Eerdaags ga ik nog een keer door de tuin om restanten planten op te ruimen, en dan is dat voorlopig het laatste wat we doen. De tuin is winterklaar.
Maar er zijn altijd plannen leggen we het hoofdpad opnieuw en maken we een koude bak voor het voorjaar. Maar dat zijn klusjes waar we de hele winter tijd voor hebben. En dan nadenken over een nieuw schuurtje en een afdakje… eigenlijk is er nog genoeg te doen deze winter. De tuin winterklaar is dus niet echt aan de orde. 😉
In de tussentijd begint het hele proces weer opnieuw: zaden, aardappels en uien uitzoeken en bestellen. Een nieuw tuinplan voor 2017 maken. En weer blij vooruit kijken naar het nieuwe tuin seizoen. Laat de winter maar komen.
We zullen wel zien: nazomeren en nadenken.
Wat we aan warmte in het begin van de zomer tekort kwamen, maken augustus en september meer dan goed. Alles bloeit en groeit gestaag door. 3 courgetteplanten geven al lange tijd elke paar dagen prachtige courgettes. Jonge artisjokken- en stokrozenplanten beloven volgend jaar een spektakel. De raapjes en bieten groeien gestaag en een weelderig bloeiend bijenmengsel levert voer voor bijen en vlinders (helaas voornamelijk witjes). Maar je merkt dat de dagen korter worden en de planten het wel een beetje gehad hebben. Op het onkruid na: de grassen en de brandnetels groeien in hoog tempo op plekken die je een paar dagen ervoor nog vrij gemaakt had van ongewenste groeisels. En daar gaat nu de meeste aandacht naar uit: onkruid verwijderen in de hoop dat het volgend jaar iets minder zal zijn. IJdele hoop? We zullen zien.
Het schriftje met tuinaantekeningen raakt al lekker vol met aandachtspunten voor volgend jaar. De winter leent zich goed voor het zwaardere werk, zoals opnieuw paadjes leggen, een koude bak en een composthoop timmeren. Misschien komen we zelfs toe aan een nieuw deurtje in het hek. We zullen zien.
Voor nu plukken we nog wat rucola terwijl we in het warme zonnetje zitten. Glimlachen we naar elkaar over wat we afgelopen jaar voor elkaar gekregen hebben, ondanks allerlei lichamelijke tegenslagen en de druk om iets van die grote lap tuin te maken. Toen we nog dachten dat we zo snel mogelijk alles op orde moesten hebben. Nu weten we beter, alles heeft zijn tijd en het komt wel goed.
Verliefd op de volkstuin
Terwijl we dagelijks iets uit de tuin eten: aardappeltjes, sperciebonen, snijbonen, courgettes, uien, frambozen, etc, hebben we voor het najaar nog raapjes, venkel en rucola gezaaid. Het zomerseizoen rekken we nog een beetje op. De rode kolen hadden een slechte start, leken te herstellen, maar worden nu opgevreten door slak of rups. En zo leren we elke dag en van elke groente. Volgend jaar gaan de koolsoorten fijn onder doek en zetten we veel minder sla tegelijkertijd. (Zelfs een kwart zakje zaad levert al tientallen plantjes!)
En we moeten groter leren denken. Ik zit qua afmeting nog steeds in de minituintjes fase, zodat ik rijtjes van een meter maak. Voor sla is dat een aanrader, telkens een meter inzaaien met een maandje tussentijd. Maar niet voor bonen en dopertwjes, daar kun je eigenlijk nooit genoeg van hebben. De sperciebonen en peulen gaan volgend jaar lekker de ruimte krijgen, deels flink de lucht in. Want nu had ik stambonen (die wel beter tegen kou kunnen), maar dat waren 4 maaltjes, terwijl ik later in het zomerseizoen ook prima stokbonen erbij kan zetten waar ik langer plezier van heb.
Dus komend seizoen: in het voorjaar stambonen en erwtjes onder doek, zoals kapucijners en lage peulen zoals de zweedse peulen, die minder kougevoelig zijn. En dan in juni de hoge stokbonen: snijbonen en sperciebonen
Want ik zie de tuin steeds meer als een plek waar ik groenten en fruit kan kweken, dat zelfs in het oogstseizoen nog erg duur of schaars is. Artisjok, Mierikswortel, we proberen het gewoon. Zelfs mijn Peruaanse aardpeer heeft de drievoudige verhuizing goed overleefd.
Een standaard komkommer mag best, maar daar kom je in de winkels wel in om. Maar augurkjes om zelf in te maken, of wat duurdere vleestomaten, daar maak ik komend jaar ruimte voor. Terwijl ik de kolen wel in de supermarkt of op de markt koop. Ook wil ik de tuin nog iets meer gebruiken voor het kweken van bijzondere eenjarige sierplantjes.
Een aantal bedden zijn nu bedekt met karton en stro en mogen lekker tot volgens voorjaar tot rust komen. Een bed dat veel te veel belopen werd door verbouwingen is nu ingezaaid met grondverbeteraars bijenmengsel. De wortels maken de grond luchtig en geven er stikstof af als goede voeding voor de grond. Hopelijk gaat het even vriezen deze winter, dan kan het vergane blad door de grond gewerkt worden.
Eigenlijk barst ik van de ideeen. En ik loop ook graag wekelijks een rondje over de volkstuinen om te zien hoe anderen het doen. Ik heb aardige buren op de tuin, die goede tips geven. Ookal verschilt mijn manier van tuinieren met die van hen, in de basis denken we hetzelfde: geen gif, geen gewasbescherming en geen onkruidbestrijders. En verder doet iedereen wat hij of zij leuk vindt. Veel sierbloemen kleuren de randen van de tuinen, waarbij stokrozen en rozen favoriet zijn. Maar er staan bij de meeste tuiniers ook veel bloemen voor vlinders en bijen. Ik vind dat echt een heerlijke manier van tuinieren. We nemen niet alleen maar, we geven ook wat terug.
Het is september en ik ben blij met mijn volkstuin!
Alles voor de oogst?
Als de uien over het touw hangen te drogen staan we intens gelukkig samen naar onze oogst te kijken. Ons eerste jaar en al zoveel opbrengst. Dan plukken we een paar mooie courgettes van de planten en snij ik een flink bos snijbiet, terwijl er nog genoeg staat voor de rest van de zomer. Al die zware arbeid van het afgelopen jaar betaalt zich nu terug.
En toch … is het dan alleen maar de oogst waar het om gaat? Is de weg naar de oogst eigenlijk niet net zo leuk? Een groene tuin, terwijl je op je hurken tussen de groenten zit om de nieuw gezaaide raapjes uit te dunnen. In de bomen zitten de vogels te roepen dat ze omgewoelde grond willen bekijken. De bessen die glimmen in het zonlicht.
De tuin begint een mooie plek te worden waar het fijn is om te zitten, een praatje te maken met de buren over hoe zij de aardbeien stekken en waar de belofte voor volgend jaar al in de lucht hangt.
Dus nee, het is niet alleen de oogst. Want die kan nog veel groter. Maar daar zit de lol niet in. De lol zit in het kweken van groenten, die je niet zo vaak ziet. In het telen van fruit waar je nooit genoeg van kan hebben. De lol zit ook in de manier waarop we omgaan met de grond. Hoe houden we de klei zacht als de zon hem bakt? Hoe putten we haar niet uit zodat er volgend jaar ook nog genoeg voeding in de bodem zit? Hoe geven we de aarde zelfs wat terug om op adem te komen?
Maar de oogst is absoluut de kroon op het werk. Aan de kwaliteit van je oogst zie je niet altijd je harde werken terug. Sommige planten laten het afweten, komen zelfs niet op of kwijnen weg ondanks de goede zorgen. Maar alles wat wel lukt geeft zoveel energie dat de miskleunen snel vergeten zijn. Want tegen het plezier van een mooie oogst kan weinig op.
Halleluja, een volkstuin!
Wat ze je niet vertellen bij al die mooie Facebook- en Instagramfoto’s van mooie romantische moestuinen, vol prachtige sierbiet, elegante bonenstaken en rondborstige kroppen sla, is dat je er heel hard aan moet werken.
Vooral het eerste jaar is zwaar, als je de tuin net krijgt en je geen idee hebt welke erfenis er in de grond zit van je voorganger.
Wij kregen onze volkstuin in januari en dan ziet het er lekker prutterig uit, met veel graspollen en nog een hoop achtergelaten koolstronken. Het hek lag half op de grond en de afrastering aan de zijkant was heel rommelig. De buren op de tuin gaven de tip: “Zorg voor een lekker plekje om te zitten en ga dan stap voor stap aan het werk, het eerste jaar is het zwaarst. Maar zorg dat het leuk blijft”.
Vol goede moed begonnen we aan ons avontuur,, dus we wilden eerst een nieuw hek, zodat het er weer een beetje netjes uitziet. Na een paar weekenden zagen en timmeren bij ongeveer 5 graden stond er een hek dat in het oog der timmermannen waarschijnlijk niet door de beugel kan, maar we zijn er zelf blij genoeg mee. Daarna sjouwden we met tegels, die al overal in de tuin lagen als paadjes in allerhande grillige vormen. De grond was lekker zacht, dus de tegels lagen al snel op een rij naar achteren zodat we makkelijk bij het vervallen schuurtje konden komen zonder weg te zakken in de klei. In de tussentijd kwamen er wat persoonlijke situaties die aandacht vereisten en de tuin kreeg wat minder tijd. Maar in maart gingen we met goede moed weer verder met het weghalen van de graspollen. Want dan hebben we de grond mooi schoon en kunnen we fijn gaan zaaien.
Dachten we.
Want toen werd het warmer en kwam de grond geheel tot leven. De moed zakte mij toen in de schoenen. Overal kwam braam, zevenblad, heermoes, nog veel meer gras, ladingen brandnetels en niet te vergeten grote pollen lavas omhoog. Terwijl we aan de ene kant de boel onkruidvrij probeerden te maken, sprong aan de andere kant alle onkruid in bloei. Vooral het gras kan er geen genoeg van krijgen. Dus met zere ruggen van al het onkruid weghalen zien we het zaad van het gras rondvliegen, terwijl het zevenblad na 4 x schoffelen weer terugkomt. Kruipboterbloem en haagwinde kwamen daarna nog even vertellen dat ze toch echt sneller konden groeien dan de schattige zaailingen uit mijn vensterbank.
En dan moet de grond nog verbeterd. De heerlijke zompige klei van de winter werd in het droge voorjaar een harde betonlaag waarin het niet meer lukte om de graspollen weg te halen. De tuinklauw kwam niet meer in de grond. Zodra het geregend had, gingen we met zakken compost, houtsnippers, stro en potgrond aan de slag om de grond bewerkbaar te maken, meter na meter.
Bij het schuurtje ligt onder een dikke laag onkruid zowaar een stenen plaatsje waar we kunnen zitten en de buren benadrukken nogmaals: “maak een fijn plekje en neem de tijd voor de rest.” Ja ja, geen tijd, we moeten aan de slag, want het moet af, de tuin moet netjes.
220 m2 tuin lijkt dan een voetbalveld groot!
Vaak verzuchtend en regelmatig tierend (vooral ik, Tim bleef er wel in geloven) gingen we verder. Stap voor stap, beetje bij beetje kwamen er gewenste planten in de grond. Bomen en struiken werden gepland. Er bleken ook heerlijke rabarberplanten te staan en dat was ook onze eerste oogst. De eerste stukken grond waren goed zacht en op de door het complex aangewezen plek werden de aardappels gepoot. Want de zomer is maar kort en we moeten snel zorgen dat in april en mei alles de grond in is, zodat we de rest van de zomer kunnen oogsten. Veel te snel en veel te veel. Onze lijven gaven aan: en nu rustig aan. Het neigt teveel naar onbetaald werk in plaats van lekker hobbyen. Eigenlijk ben ik er dan wel klaar mee, ondanks dat de eerste kroppen sla geoogst worden.
Er blijkt een heel aardbeienveldje te liggen, overwoekerd met boterbloemen. Na een aantal avonden flink pollen uit steken komen de aardbeienplantjes tevoorschijn. Flinke laag stro eromheen en dan maar afwachten of er nog aardbeien aan komen. Hoe oud zijn die planten? En ja hoor, ze beginnen flink te bloeien. Een eindje naar achteren leg ik een aardbeienveldje aan met nieuwe stekken, zodat we zeker zijn van verse aardbeitjes. De frambozen komen op, de bessenstruiken lopen uit en we blijken een vlierstruik op eigen terrein te hebben. De appelbomen slaan aan en de hazelnoten komen goed in het blad. Doperwtjes en de pronkbonen hebben de slakkenaanvallen overleefd.
En dan krijg ik er eindelijk een beetje lol in, ondanks dat alles, en dan ook echt alles, opgevreten wordt door de slakken. Langzaamaan komt het gewenste paradijsje naar de oppervlakte. Nog steeds voornamelijk moestuinerig en weinig romantisch, maar dat komt wel. We eten sla, spinazie (die na twee keer oogsten gezellig in de bloei schiet omdat het veel te vroeg gezaaid is) en de eerste bietjes zijn geoogst. Het is nu juni 2016 en de afgelopen dagen keken we vanaf onze stoeltjes naar het resultaat tot nu toe en we zijn tevreden. Er moet nog heel veel gebeuren, er zijn nog heel veel plannen uit te voeren. Maar dat gevoel van teleurstelling, wat ik in maart/april had, dat is weg.
En 1 ding weet ik wel: het begint nooit met een mooi schoon stukje grond waar je alleen nog maar een voortje in hoeft te trekken om de zaaisels in te doen. Het begint met zwoegen en zweten, met een grond, die je niet kent en die elk seizoen weer iets prijsgeeft wat je meestal niet wenste. Maar we laten ons nu verrassen. Het seizoen is nog lang, we hebben alle tijd. En dat hadden we niet door.
Dus als je beteuterd naar je nieuwe stuk tuin kijken en niet weet waar te beginnen: gewoon ergens beginnen en het komt echt goed. En maak dat plaatsje om te zitten! De buren op de tuinen hebben dezelfde ervaringen, leer van ze. En ga er regelmatig zitten om te zien dat je weer een metertje opgeschoten bent en dat je daar toch weer een krop sla hebt weten te laten groeien.
Ja, absoluut Halleluja, een volkstuin!
Huidige situatie van de tuin: