Het geluk van zelf zaaien.

Als je snel kleur in de tuin wilt, dan is het tuincentrum de perfecte plek, zowel voor eenjarige als voor vaste planten.

Maar als je iets speciaals wilt, dan moet je langs speciale kwekers of je koopt er zelf zaad van en ga je de planten zelf kweken. Ik doe graag beiden: langs kwekers of kleine tuincentra die hun eigen assortiment kweken, maar steeds vaker bestel ik het zaad.

Als het lukt om het zaad te laten ontkiemen naar plantjes, dan heb ik vaak veel en dan deel ik ze graag uit. Een zakje zaad kost net zo veel als 1 plantje, dus als het lukt om er 20 te kweken, dan is dat een leuke besparing.

En natuurlijk mislukt er ook vaak iets. Sommige zaden vragen een speciale behandeling: koelkast in en uit, donker, lichter, en dan is het zaad vaak zo klein dat je je afvraagt hoe dat ooit een flinke plant moet worden.  Ik probeer het twee keer en als het dan nog niet lukt, dan rij ik naar een kweker, als ik die plant echt belangrijk vind. Maar meestal lukt het de tweede keer wel.

Dit jaar zie ik het resultaat van het in leven houden van al die potjes Veldsalie (Salvia Pratensis),  vorig jaar.

Mooie sierlijke aren met diepblauwe bloemen.

Het is gelukt, ik ben gelukkig. En de bijen en hommels ook.

Waar word jij blij van in de tuin? Welk succesje zie je vandaag terug in de tuin, waar je vorig jaar aan gewerkt hebt?

Salvia pratensis
Veldsalie

 

 

Gele lieveling.

De gevlekte gele dovenetel

20 jaar geleden zag ik in de tuin van een vriendin dit schattige, 10 cm hoge plantje met zijn gele bloemetjes in een krans tussen de zilvergevlekte blaadjes. Verliefd! Die wilde ik ook in mijn tuin. Het bleek de gevlekte gele Dovenetel, eigenlijk een heel gewoon plantje wat veel voorkomt. Hoe dan ook, hier wilde ik een tuin vol mee! Dat kon makkelijk, want de plant maakt lange uitlopers waaraan nieuwe plantjes komen. Dus stekjes bij de vriendin meegenomen en in de eigen tuin gezet.

Daar had dit plantje het niet makkelijk. Hier en daar probeerde de Dovenetel er wel tussendoor te komen, maar uitbundig werd de bloei nooit. Ondanks dat hij goed tegen schaduw kan, werd hij toch verdrukt in het gedrang van de hogere buren.

Toen kwam de nieuwe tuin en daar was wel ruimte voor lage beplanting. Vanuit de oude tuin heb ik stekjes van de gele Dovenetel meegenomen en een prominente plek naast het pad gegeven. En ja hoor, de 10 cm hoge stengeltjes met de gele bloemenkransjes zijn nu, in april, prachtig te zien. De lange uitlopers slingeren zich gezellig tussen de andere planten door, dus de komende jaren bloeit dit lieve, vrolijke plantje op meerdere plekken in de border. De gevlekte gele Dovenetel, eigenlijk hoort hij in elke tuin thuis met zijn vrolijke uiterlijk.

Op de pagina Wildeplanten.nl staat meer informatie en een aantal prachtige botanische tekeningen.

En wil je een stekje? Laat het mij weten, dan zorg ik ervoor.

De gevlekte gele dovenetel

Gepriegel met plantjes

Mooi tekenen kan ik niet, mijn handschrift is net leesbaar.

Maar gepriegel met plantjes, daar kan ik wel geduld voor opbrengen. Misschien omdat ze leven, die kleine zaailingen. Goed voor ze zorgen, met hun worteltjes in fijne grond waar ze alles vinden om groot te worden. Iets leukers is er bijna niet.

Natuurlijk gaat er regelmatig van alles mis: te snel naar buiten waar het opeens toch weer te koud en te nat is.  Windvlagen, die de zaailingen met bakje en al door de tuin blazen. Maar als ze dat overleven en de grond is warm genoeg, dan mogen ze in de tuin. Dat geldt zowel voor de sier als voor de moestuin.

Ik ben nogal slecht in het onthouden waar ik wat heb neergezet, dus dat leidt meestal tot verrassingen: planten die nogal dicht op elkaar staan of qua kleur niet helemaal volgens het kleurenschema bij elkaar horen. Maar ik vind eigenlijk alle kleuren bij elkaar wel mooi, stoort het nooit. Als ze dicht bij elkaar staan, steunen ze elkaar vaak ook goed. En anders verplaats ik ze voorzichtig alsnog ietsje verderop.

Maar nu zitten we nog in de fase van bakken vol kleine plantjes.  Zo moeten deze kleine friemeltjes

zaailing fazantenbes

uitgroeien tot prachtige struiken: Fazantenbes

fazantenbes

Voor de moestuin staan de jonge bietjes, koolrabi, zonnebloemen, bleekselderij, pompoenen en afrikaantjes al klaar in de bakjes. De Oost-Indische kers is net gezaaid.

zaailadder

Ongeduldig als ik ben heb ik de pronkbonen al voorgezaaid. Wat zo goed ging dat ik nu met veel te grote planten zit. Nog niet eerder had ik deze bonen en je ziet ze gewoon groeien. Dus heb ik de planten getopt in de hoop dat ik daarmee, net als bij de sierplanten, stevigere planten maak, die meer zijscheuten aanmaken. Geen idee of dat werkt bij stokbonen, maar gelukkig heb ik nog een half zakje om straks in de koude grond bij te zaaien. De planten mogen overdag naar buiten om af te harden. Maar ’s nachts gaan ze naar binnen om te voorkomen dat ze te koud staan.

pronkbonen

Morgen gaan we weer naar de moestuin om ladingen onkruid te wieden en de jonge plantjes een plekje te geven.

 

Moestuin, romantisch? Of een wedstrijd?

Nu het tuinseizoen weer begonnen is staan bladen en social media vol met (moes)tuin items. Mijn beeldscherm wordt gevuld met jong groen van de mooiste zaailingen en plantjes en zij die een kas hebben, oogsten al de eerste sla en radijsjes.
Wie heeft de eerste zaailingen, wie heeft de eerste plantjes? Wie kan het eerste oogsten en bij wie ziet de tuin er het weelderigst uit? Je moet bijna wel een professionele teler zijn, als je erbij wilt horen.

Inclusieve tuin in Appeltern
Inclusieve tuin in Appeltern

Pittoreske buurtmoestuinen, waarin buren samenwerken aan een eetbaar plaatsje groen tussen de huizen en waar jong en oud gezellig samen komen om te oogsten en te feesten. Volkstuincomplexen waar het een drukte van belang is met jonge mensen, die allemaal hun grond bewerken zodat hun kinderen fijn doperwtjes kunnen oogsten en worteltjes rechtstreeks uit de grond kunnen eten. De romantiek van het tuinieren is op papier en beeldscherm groter dan in werkelijkheid. De meeste mensen moeten het doen met hun eigen tuintje of balkon en leuk samen tuinieren, tja, je hebt de buren amper gezien in de buurtmoestuin afgelopen jaar. De volkstuin blijkt een rommelige hoeveelheid schuurtjes en kasjes en je ziet er alleen oude mannen lopen.

De AH moestuintjes staan bij veel mensen te verpieteren in de vensterbank, omdat je geen idee heeft wat je ermee moet doen nadat de zaadjes ontkiemd zijn. Vensterbanken vol bakjes en als alles opkomt in huis, dan blijkt dat er buiten eigenlijk net iets te weinig plek is voor al die ruimte eisende groenten.  Als je de jonge groenten gezellig in potten op je terras zet, blijken die potten elke dag om water te vragen, ook als je een weekendje weg wilt. Terug van een paar dagen Texel blijken de planten in de felle voorjaarszon met een beetje nachtvorst als verlepte oudjes in de potten te hangen. Op vakantie moet de oppas niet alleen op de katten letten maar ook op de tientallen potten op het balkon, die na een paar buien en winderige dagen in juni, opeens allemaal door elkaar groeien en omgewaaid zijn.

Zelf heb ik geleerd dat alles valt en staat met de tijd die je eraan uit wilt trekken en de ruimte die je hebt.

Een mooie kruidenbak of een paar potten met een groente die je lekker vindt, is vaak al meer dan voldoende. Die vinden altijd wel een plekje. En neem iets wat je kunt beheersen. Een tomatenplant met je eigen geteelde zoete tomaatjes is geweldig, maar vereist een hoop zorg, de juiste plek, beschutting en een hoop vocht rondom de voeten en niet op het blad. Nou, ga daar maar aan staan op je balkon of in je tuin op het noordoosten. En dat geldt ook voor komkommer, meloen etc. Leuke planten, maar eigenlijk moet je er een kasje voor hebben. Dus neem planten die tegen een stootje kunnen. Koolrabi en gekleurde snijbiet, veldsla en tuinkers, je kunt er weinig fout aan doen, zolang ze maar genoeg water krijgen.

Natuurlijk moet je alles gewoon proberen, maar bedenk wat je deze zomer wilt doen? Want wie de hele maand augustus lekker op pad is, kan beter groenteplantjes kopen die je in juni en juli al kan oogsten, zoals sla en radijs, spinazie etc. En heb je geen oppas voor de planten? Neem geen moeilijke planten die snel last hebben van te weinig verzorging omdat allerlei insecten ze ook lekker vinden of omdat ze bij een beetje tocht of kou al het loodje leggen.

En mislukt het? Het seizoen is lang genoeg voor de meeste groenten om het nog eens te proberen.  Een paar aardbeienplanten in een bak en een paar tenen knoflook in een pot geven al heel wat voldoening met alleen wat water geven. Je eigen oogst is geweldig. Maar het moet wel leuk blijven.

pompoen en bleekselderij
pompoen en bleekselderij, de een wordt meters lang en de ander vraagt speciale verzorging en aandacht.

 

 

We mogen weer zaaien!

Eindelijk begint het leuke werk weer: Zaaien!  Overal staan bakjes zaaigoed in huis, zodat in mei de plantjes al mooi stevig de tuin in kunnen. Bietjes, pompoenen, koolrabi, bleekselderij, maar ook sla en bonen kunnen al binnen gezaaid worden.

Dus ik ben met zaaigrond aan de slag en bakjes van allerlei herkomst, vooral champignonbakjes en fruitbakjes doen het perfect. Natuurlijk kan ik bij het tuincentrum prachtige grote zaaibakken kopen, maar ik werk al jaren met deze bakjes die ik de winter door spaar. Zo gebruik ik ze twee tot drie keer in plaats van meteen na het leegeten weggooien. En ik kan ze makkelijker kwijt op de vensterbanken. Onderin de bakjes maak ik gaatjes om teveel aan water kwijt te kunnen. Op de dekseltjes schrijf ik wat er in zit en dan plak ik de dekseltjes met   een plakbandje zachtjes vast. Als de zaailingen opkomen zet ik de dekseltjes steeds iets verder open zodat ze goed omhoog kunnen groeien.

Ik gebruik maximaal de helft van het zaaigoed, zodat ik een reserve heb voor als het mislukt of om later extra buiten bij te zaaien.

Elke dag controleer ik of de zaaibakjes nog vochtig genoeg zijn en dan geef ik ze voorzichtig water zonder de jonge zaailingen omver te spoelen. Maar niet te vochtig, want dan beschimmelt de aarde en gaan de plantjes dood. En dan wachten, geduldig wachten, blij zijn met de eerste groene puntjes boven de grond.

Zaaibakjes 1   Zaaibakjes 2

Moestuinwerk in januari en februari

Gelukkig is het een zachte winter, zodat er al flink wat werk aan de tuin verricht kan worden.

Met zoveel ruimte in de tuin is er ook plek genoeg voor wat laagstam bomen en struiken.

Dus hebben we 3 appelbomen gekocht, na grondig onderzoek naar welke appelsoort in een kleine tuin past en welke bomen elkaar goed bestuiven. Het zijn de Elstar (lekkere kleine zoetzure appeltjes), James Greeve voor zijn lange bloesemtijd en goede bestuiving en Rosette, een nieuw ras met rood vruchtvlees.  Voordat we de bomen plaatsten hebben we eerst wat potgrond in het plantgat gestrooid, zodat de boom het een beetje makkelijker heeft bij het wortelen.  De grond was goed nat dus extra water erbij was niet nodig. Let op dat de boom niet te diep wordt geplant. Hou de bovenrand van de kluit aan als maximale hoogte, dus niet de stam of entplek onder de grond. De spilvorm bomen die we kochten zijn ongeveer 2 tot 3 jaar oud, dus met een beetje mazzel hebben we dit jaar al wat appeltjes

Daarna hebben we de hazelnoten geplant, ook weer met een flink plantgat met extra potgrond, want we hebben dikke kleigrond en dan help je de planten een beetje met zachte grond om de wortels te laten groeien.

We hebben gekozen voor Webbs Prize Cob, een lekkere makkelijke hazelnoot en de rode Zellernoot met zijn prachtige rode blad. Ze bestuiven elkaar prima.

De hazelaars in het wild staan al in bloei dus ik verwacht niet dat we dit jaar al kunnen oogsten.  Maar de belofte van eigen hazelnootjes volgend jaar maakt het wachten de moeite waard.

Onder de struiken gaan we groenbemesters zoals klavers zaaien zodat de grond bedekt is en de planten en de grond extra voeding krijgen, terwijl onkruid minder kans heeft. Bijen en hommels hebben van de zomer hun eigen weide onder de bomen.

WP_20160202_14_25_50_Pro

 

 

Tuinplannen maken, hoe doe je dat?

Per 1 januari 2016 is het zo ver, dan mogen we aan de slag in onze nieuwe moestuin.

Maar wat gaan we er mee doen? Wat wil ik oogsten?

De tuin is 220 m2 dus we hebben alle ruimte. Maar dat zorgt ook voor luxe problemen. Want ik hoef geen 200 kropjes sla die allemaal tegelijkertijd groot zijn. En aan 100 kilo aardappels hebben we ook iets teveel.

Dus lees ik mij vooral in over hoe ik een basis plantplan kan maken en ga ik op zoek naar informatie over fruitstruiken, appelbomen en hazelnoten. Dat geeft de moestuin structuur en met de ruimte die we hebben kunnen we ook de tijd nemen om bomen en struiken te laten groeien.

Maar eerst gaan we de afrastering repareren en een basis voetpad maken. Een tekening met de afmetingen van de grond op ruitjespapier helpt om de grond en de plannen ermee een beetje in perspectief te krijgen.

Moestuinjan2015

Daarna gaan we de grond schoon maken en zorgen dat we een deel van de grond klaar maken voor het voorjaar.

In de tussentijd bedenk ik welke groenten ik wil zaaien op welke plek. Het is nog een heel gepuzzel want ik wil rekening houden met de zon, de combinatie met de andere groenten er omheen, etc. Ik schrijf alles op in een tuinschriftje zodat ik die grote hoeveelheid informatie niet direct hoef te onthouden.

Na al het plannen maken is het tijd voor wat ontspanning; een bezoekje aan het Rijksmuseum te Amsterdam. En daar valt mijn oog natuurlijk op de stillevens van bloemen, fruit en groenten. Wat een diversiteit. En wat prachtig geschilderd.

Met deze beelden op mijn netvlies wacht ik nog een weekje, dan is het zo ver: de start van de moestuin. Ik ben benieuwd of de tuinplannen in de praktijk ook uitvoerbaar zijn.

wp_20151225_12_08_04_pro

Eindelijk een echte volkstuinder

Voordat ik naar Nobelhorst verhuisde stond ik ingeschreven voor een volkstuintje. Geïnspireerd door een oude vriendin, die altijd enthousiast vertelde over haar volkstuin, de groenten en fruit die eruit kwamen en alle kleine wondertjes die er plaats vonden, schreef ik mij na 2 jaar wikken en wegen in voor een lapje grond. Want ik besefte dat een grote moestuin wel wat anders is dan een bordertje langs je terras. Hard werken en veel leren.

Ik kwam op een wachtlijst, want in de tussentijd werd een volkstuintje superhip en wilde iedereen verse groenten uit eigen tuin. In april 2013 kochten we ons nieuwe huis en werden vlak om de hoek kleine moestuintjes van 8 m2 uitgegeven. Op de dag dat ik het kleine moestuintje huurde, kreeg ik ook bericht dat er plaats was op het volkstuinencomplex. Die tuin heb ik toen afgezegd, want dat was niet meer nodig, ik ging het eerst wel op die 8 meter proberen. Er was weinig animo voor de kleine tuintjes, dus huurde ik nog een tuintje en zo kon ik met mijn 16 m2 lekker aan de slag. Er was net genoeg ruimte voor wat afwisseling en de mogelijkheid om biologisch te tuinieren. Daar heb ik een jaar lang ontzettend veel plezier van gehad. De grond begon eindelijk goed te worden, de opbrengst werd langzaamaan beter. Ik heb er veel van geleerd.


mijn minimoestuintje

Maar zoals dat gaat: de wijk groeide en er ontstond er toch een wachtlijst voor de moestuintjes, zodat ik 1 tuintje inleverde om anderen ook de kans te geven om te tuinieren. Maar dat werkte niet, die 8 meter was ik allang ontgroeid. De grond raakte veel te snel uitgeput en wisselteelt was al helemaal niet mogelijk. Dus bedacht ik dat het toch ook mogelijk moest zijn om een echt volkstuinencomplexje op te richten in de buurt van Nobelhorst, wat een dorps karakter moet krijgen.

Wat is een dorp zonder volkstuinen? Er was ook animo van andere buren, dus samen met een buurvrouw bedachten we een idee voor de moestuinen.

Ik belde de gemeente met de vraag hoe ik dat moest aanpakken. Al snel volgde er een leuk gesprek met een mevrouw, die mij adviseerde om er ook andere partijen bij te betrekken en zo een goed stevig plan te maken. En zij zag zeker mogelijkheden en zou de juiste mensen inschakelen bij de gemeente om een mogelijke plek te bepalen.

En dat lukte: een bestaande volkstuinvereniging wilde het beheer en administratie wel op zich nemen en in een tweede gesprek bij de gemeente bleek dat er ook wel wat mogelijkheden waren als we maar geen definitieve plek eisten. Er lagen nog ergens bij de gemeente wat ongebruikte hekken en wellicht konden we een stukje wijkbudget aanboren voor een pomp op het nieuwe complexje. Op dat moment dacht ik echt dat het zou lukken. Het was een kwestie van tijd en van de puntjes op de i.

Het zouden 10 moestuinen van 100 meter worden voor 5 jaar. We zouden na 4 jaar horen of we er konden blijven of niet en dan zouden we eventueel moeten verhuizen. Dat is smalle basis om mee aan de slag te gaan, maar als de gemeente ons wil helpen om na die 5 jaar elders een nieuwe plek te krijgen, dan is het de moeite waard. Dat wilde men echter niet toezeggen zodat de vereniging zich terug trok. Vanuit de nieuwe bewoners was er wel animo, maar niet om veel energie en geld te steken in iets wat je na 5 jaar weer mag opruimen zonder enig vooruitzicht daarna. Opeens bleek ook de grond toch al een bestemming voor toekomstige woningbouw te hebben, wat eerder niet het geval was. Toen heb ik het plan stopgezet.

Maar dan ben je een jaar verder en een illusie armer. En heb ik nog steeds niet de gewenste moestuin.

Ik heb mij opnieuw weer ingeschreven op de bestaande volkstuincomplexen. Maar overal zijn wachtlijsten, terwijl je handen kriebelen. Als je in het najaar al kunt beginnen, heb je een voorsprong in het voorjaar. Ik merkte dat ik steeds ongeduldiger werd.

En opeens kwam daar het bericht: er komen een paar tuinen vrij, je kunt komen kijken of je het wat vindt…

Het voelt nog onwerkelijk, gaat het dan echt gebeuren? Maar ik ben er zeker van: ik krijg nu mijn volkstuin!

In de categorie “uit de moestuin’ hier op de Tuinkamer van Almere houd ik je op de hoogte over mijn pogingen 220 m2 grond om te zetten naar een fijne plek, die  groenten, fruit en wie weet wat meer oplevert.

In gedachten zie ik mijn oude vriendin, met haar zwarte voeten van de aarde en haar grote grijns en in haar handen een lading verse groenten. Zij is er niet meer, maar haar enthousiasme neem ik opnieuw mee in mijn nieuwe tuin.

moestuin-appeltern

Zomergevoel in de winter

Terwijl de regen tegen de ramen van de huiskamer klettert en het buiten niet licht wil worden, zit ik binnen met een heerlijk zomergevoel.

De boeken over moestuinieren heb ik uit de kast gehaald en het aantekeningenboekje raakt steeds voller met tips, ideetjes en wensen. Ik maak plattegrondjes van de tuin en probeer de tuin alvast in te delen: waar komen de paadjes, de struiken, de kruiden en de vaste planten? Welke bedden liggen in de zon, welke liggen meer in de schaduw?

Afgelopen week kwam de eerste grote bestelling zaden van Vreeken binnen, dus zit ik de kleine zakjes ‘zomergevoel’ te selecteren en loop ik de oude zaden van vorig jaar na om te zien wat er allemaal nog is.

Om het zaaien straks nog makkelijker te maken, bind ik de zakjes zaden van de planten die elkaar versterken bij elkaar. Dat scheelt als ik straks, in maart tot en met mei, de boel mag gaan zaaien.

Een deel van het zaaiwerk begint zelfs al in februari, in de vensterbank.

Maar dan wordt het productie draaien in de tuin, dus het denkwerk probeer ik nu alvast te doen.

Is dat nu echt nodig? Nee natuurlijk niet!

Maar het is wel lekker, een beetje zomergevoel in de winter kweken.

wp_20151129_15_20_39_pro