Gepriegel met plantjes

Mooi tekenen kan ik niet, mijn handschrift is net leesbaar.

Maar gepriegel met plantjes, daar kan ik wel geduld voor opbrengen. Misschien omdat ze leven, die kleine zaailingen. Goed voor ze zorgen, met hun worteltjes in fijne grond waar ze alles vinden om groot te worden. Iets leukers is er bijna niet.

Natuurlijk gaat er regelmatig van alles mis: te snel naar buiten waar het opeens toch weer te koud en te nat is.  Windvlagen, die de zaailingen met bakje en al door de tuin blazen. Maar als ze dat overleven en de grond is warm genoeg, dan mogen ze in de tuin. Dat geldt zowel voor de sier als voor de moestuin.

Ik ben nogal slecht in het onthouden waar ik wat heb neergezet, dus dat leidt meestal tot verrassingen: planten die nogal dicht op elkaar staan of qua kleur niet helemaal volgens het kleurenschema bij elkaar horen. Maar ik vind eigenlijk alle kleuren bij elkaar wel mooi, stoort het nooit. Als ze dicht bij elkaar staan, steunen ze elkaar vaak ook goed. En anders verplaats ik ze voorzichtig alsnog ietsje verderop.

Maar nu zitten we nog in de fase van bakken vol kleine plantjes.  Zo moeten deze kleine friemeltjes

zaailing fazantenbes

uitgroeien tot prachtige struiken: Fazantenbes

fazantenbes

Voor de moestuin staan de jonge bietjes, koolrabi, zonnebloemen, bleekselderij, pompoenen en afrikaantjes al klaar in de bakjes. De Oost-Indische kers is net gezaaid.

zaailadder

Ongeduldig als ik ben heb ik de pronkbonen al voorgezaaid. Wat zo goed ging dat ik nu met veel te grote planten zit. Nog niet eerder had ik deze bonen en je ziet ze gewoon groeien. Dus heb ik de planten getopt in de hoop dat ik daarmee, net als bij de sierplanten, stevigere planten maak, die meer zijscheuten aanmaken. Geen idee of dat werkt bij stokbonen, maar gelukkig heb ik nog een half zakje om straks in de koude grond bij te zaaien. De planten mogen overdag naar buiten om af te harden. Maar ’s nachts gaan ze naar binnen om te voorkomen dat ze te koud staan.

pronkbonen

Morgen gaan we weer naar de moestuin om ladingen onkruid te wieden en de jonge plantjes een plekje te geven.