Het is november en het wordt steeds stiller op de volkstuin. Het is vroeg donker, dus beperk ik mijn tuinwerk tot overdag. Maar het is heerlijk om op de tuin te zijn en er is altijd iets te doen. Dit weekend hebben we de champost uitgereden over de tuin. 10 kruiwagens vol warme afgewerkte champignonnencompost vormen mooie bruine beschermlagen tussen de aardbeien en op de grond, die wel wat herstel kan gebruiken na een intensief tuiniersseizoen. Ook de geadopteerde bessenstruiken en andere nieuwe planten krijgen wat extra bescherming op de voeten. Vorig jaar stonden we nog samen onder een lekkend afdakje te schuilen als het opeens begon te regenen. Nu zitten we op een stoel in ons tuinhuisje uit te puffen en te wachten op een droog moment. En dat voelt als kamperen, ookal blijven we er niet slapen. Als we op de tuin zijn, voelt het als een kleine vakantie. Ondanks het gesjouw met zware stenen en het snoei- en schoffelwerk. 200 m2 klein geluk. De belofte van het nieuwe tuinseizoen laat zich al zien als de zon de hazelnootkatjes laat glimmen en de boerenkool nog fier boven de grond staat. We hebben een hoop werk verricht dit jaar. Veel zwaar werk met de harde materialen zodat er soms te weinig tijd was voor uitgebreid groente telen. Maar dat gaan we komend jaar inhalen. Dan hoeft er alleen maar onkruid gewied en veel groenten en fruit gekweekt te worden. Komende twee maanden snoeien we de bomen en de struiken. En maken we in de avonden de plannen voor het nieuwe zaaiseizoen.